Feeds:
Berichten
Reacties

Posts Tagged ‘Fallada’

Het is geen geheim dat ik Fallada een geweldige schrijver vind. Bovenal is hij een geweldige verteller die met veel liefde complexe personages schetst die in de complexe tijden van het Duitse interbellum proberen te overleven. Bij hem geen bordkartonnen helden, maar gewone mensen met gewone levens die domme dingen doen, geld verbrassen of op tragische manier de held proberen uithangen (zie: Alleen in Berlijn). Zijn eigen levensloop van 12 stielen en 13 ongelukken zal daar ook wel voor iets tussen zitten. Onder het naziregime probeert Fallada zelf te overleven en weigert hij – zoals zoveel van zijn collega’s wel doen – het land te verlaten. En omdat hij wil (en moet) blijven werken betekent dat ook toegevingen doen aan de censuur en een evenwicht vinden tussen verzet en volgzaamheid. Die dubieuze houding en het feit dat hij bleef publiceren onder de nazi’s zal hem na de oorlog niet in dank worden afgenomen en er blijft nog lang een aura van collaborateur rond de schrijver hangen. Van op de veilige afstand die de verstreken tijd ons biedt kunnen we zeggen dat dat ten onrechte was. Fallada was een ritselaar en een sjoemelaar die besefte dat hij zijn grote principes uit zelfbehoud af en toe opzij moest schuiven, maar de nazi’s en hun praktijken altijd is blijven haten.

In 1944 wordt Fallada opgesloten in de gevangenis omdat hij tijdens een echtelijke ruzie een schot heeft gelost. Niemand raakt gewond en beide echtelieden verklaren dat er niet eens werd gericht, dat het een ongeluk was, maar de autoriteiten zien hun kans schoon om even van de lastige luis in de pels af te komen en gooien hem in de bak. Daar vindt hij even rust van de zoveelste passage in zijn alcohol- en drugsverslaving en slaat aan het schrijven. In die paar maanden ontstaat het manuscript voor ‘De Drinker’ én ‘In mijn vreemde land’. (Even een zijsprongetje: Burroughs zou luttele jaren later zijn vrouw Joan Vollmer neerschieten tijdens een dronken Willem Tell spel, waarvoor hij nooit een gevangenisstraf zou krijgen).

In ‘In mijn vreemde land’ vertelt Fallada op fragmentarische wijze over zijn leven in de jaren ’30 en tijdens de oorlogsjaren. Dat is niet altijd strikt autobiografisch – over zijn huwelijkscrisissen weidt hij bijvoorbeeld helemaal niet uit – maar hij schetst wel een realistisch beeld van de Duitse maatschappij in die jaren. Hoe zijn werk steeds meer aan allerlei restricties wordt onderworpen, hoe de nazi’s steeds brutaler en meedogenlozer hun tegenstanders opjagen en broodroven. Hoe hij zelf wordt gedwongen om mee te werken aan een scenario van een propagandafilm (die er uiteindelijk nooit zal komen). Hoe hij zijn principes keer op keer moet opgeven om zijn eigen vel te redden. En – zoals we van Fallada gewoon zijn – laat hij zich ook dit keer kennen als een verteller pur sang, die op bijzonder vermakelijke wijze kond doet van zijn conflicten met geniepige aanhangers van de NSDAP die nu hun kans schoon zien om hun (financiële) slag te slaan.

De jaren dertig.

De vraag die zich in deze tijden automatisch opdringt is: kunnen we deze tijden beschouwen als een heruitgave van die zwarte jaren ’30? Het korte antwoord is nee. Het lange antwoord ook ten andere, maar dan met iets meer letters.

Toen Hitler in ’33 aan de macht kwam begon hij systematisch met het uithollen van alle rechtsprincipes die burgers moeten beschermen én zorgde hij er tegelijkertijd voor dat het vervolgen en opsluiten van Joden en politieke tegenstanders ongestraft kon gebeuren. Voor het discrimineren van Joden werd dan weer wél een wettelijke basis gecreëerd: zij werden uitgesloten van scholen en beroepen en het hele maatschappelijke leven. Uiteindelijk werd hun uitroeiing gedecreteerd.

Wat Fallada goed duidelijk maakt in dit boek is hoe die rechtsonzekerheid iedereen treft die de marsorders niet wil volgen. Hoe er een sfeer van verdachtmakerij, verklikking en afperserij heerst. Hoe de straffeloosheid van de SS, de SA en de Gestapo voetje voor voetje verder gaat tot die niet meer te stoppen valt. Er valt op dit moment veel te zeggen over structurele discriminatie in ons land of de manier waarop er wordt omgegaan met mensen die oorlog en armoede ontvluchten, maar dat gelijkstellen aan ‘de jaren ‘30’ doet die jaren onrecht aan. Als burger leven we hier nog altijd met relatieve rechtszekerheid, beheersen extreem-rechtse knokploegen de straten niet en word je niet gebroodroofd omdat je een mening uit die ingaat tegen die van die ene partij.

Wat Fallada dan wel weer – onbewust misschien – laat zien is hoe de niet-aflatende propaganda over de Joden ook zijn geest vergiftigt. Hoe een negatief voorval met een Joodse medewerker van een uitgeverij tot de conclusie leidt dat ‘Joden inderdaad anders omgaan met geld’, en dat niet meer aan de persoon zelf maar aan een hele bevolkingsgroep wordt gekoppeld.

Is Trump Hitler?

Ik las dit boek uit voor Trump aan zijn presidentschap begon en toen er dus nog niet zoveel gekke executive orders werden getekend, maar het is duidelijk dat hij in elk geval poogt om discriminatie op basis van afkomst en religie te wettelijk te legitimeren én dat hij zich weinig aantrekt van de grenzen van de wet. Dus ja, dat er met argusogen gekeken wordt naar wat zich in de US afspeelt is zeker terecht. No pasaran!

23-77312609-23-77312891-1454433506

Read Full Post »