Feeds:
Berichten
Reacties

Archive for februari, 2011

Long time, no see …

Omdat het alweer een tijdje geleden is dat ik nog iets vertelde over mijzelf. En mijn leven (of wat daarvoor moet doorgaan).

  • Mijn vader en mijn moeder kunnen terug op beide oren slapen: hun oudste heeft weer vast werk, dat meetelt voor mijn pensioen van later en zo. En met maaltijdcheques voor alle gewerkte dagen en met op termijn misschien & als ik braaf ben ook nog een auto met een vette tankkaart en zo. En een hospitalisatieverzekering en een groepsverzekering en wat weet ik allemaal nog meer. Kortom, ik kan weer onder de mensen komen en men kan met mij terug onder de mensen komen. Toch 3 dagen in de week.
  • Ik heb Rundskop in avant-première gezien (niet dat dat uitmaakt dat het in avant-première was, maar mijn dochter die mee was vond dat toch indrukwekkend dat wij een film gingen zien die nog niet in de zalen draaide) en ik heb ook al The Housemaid gezien en het beviel me twee keer maar matig. Maar ik heb me voorgenomen om niet meer iedere keer iets heb gezien dat ik niet zo goed vond op het net te zwieren. Misschien daarmee dat ik de laatste tijd minder schrijf … (Nee, dat minder schrijven heeft te maken met het puntje hierboven beschreven en dat al mijn vrije tijd nu opgevreten wordt door mijn werk en op café zitten en gaan eten bij vrienden of eten maken voor vrienden).
  • Ik ga ook eens stoefen (opscheppen dus): ik heb een dag gehad van 140 bezoekers. Dat was op 15 februari. Ik weet wel dat een beetje blogger daar zijn of haar (want er zijn precies veel meer vrouwen die bloggen dan mannen, of dat is toch mijn indruk) neusje voor optrekt, maar in mijn geval is dat dus ongeveer 10 keer zoveel als op een ‘normale’ dag. En ik weet dus niet hoe dat komt, en ik raakte er zelfs een beetje van in paniek. Maar dat is nu al weer over, die paniek. Vooral omdat ik nu weer normale bezoekersaantallen haal. Ik hou van zekerheden in het leven. Die zekerheden houden dan weer niet van mij.
  • En weet je wat ik graag eens zou willen doen? Cocktails drinken in SIPS. Niet dat ik daar ooit al ben geweest, maar ik heb die kerel nu al een paar keer bezig gezien op ‘Njam’ in ‘The Art of Making Cocktails’ and I love it … Tegenwoordig serveren ze zelfs in café Sportwereld een Mojito (of iets dat daarop trekt) en negen van de tien keren is dat gewoon niet te drinken. Te zoet, te slecht gemaakt. Hoe die Manuel Wauters dat doet, dat is wel andere koek. En nog eens iets: serveer geen cocktails als aperitief. Een aperitief is bedoeld om de honger te scherpen en op te wekken, zoete cocktails doden de eetlust.  Het enige probleem is dat ik tegenwoordig bijna nooit meer in Antwerpen kom en dat ik nog geen partner in crime heb om pakweg een Mint Julep te gaan sippen in de SIPS. (Ik weet bij god niet wat een Mint Julep precies is, maar het kan niet slecht zijn want in de verhalen van J.D. Salinger wordt dat altijd gedronken. Ik ben dus vastberaden omdat ook lekker te vinden).
  • Hebben jullie ook gemerkt dat mijn stukjes langer en langer worden? Toen ik begon met deze blog haalde ik maximum 300 woorden, met veel moeite 400. Nu moet ik mijzelf soms afremmen of ik zit boven de 1.000 woorden en ik kan me voorstellen dat dat niet zo makkelijk leest.  Misschien moet ik maar eens denken over een ander ‘format’. Ik bedoel: nu post ik op het einde een prentje dat ik op het internet vind, en qua versiering is dat alles wat jullie krijgen. Misschien is het handiger om ook onderweg wat illustraties in te lassen, maar dan zou ik willen dat die lang uitgetrokken zijn en moet ik mij weer verdiepen in formaten en zo. En daar ben ik niet direct een kei in.

Read Full Post »

Lanoye en ik, het is een moeilijk huwelijk. ‘Kartonnen Dozen’ heb ik vele jaren terug erg graag gelezen, maar de trilogie ‘Het Goddelijke Monster’ was voor mij een afknapper van formaat. Veel te grotesk en het verhaal kon me echt niet bekoren. Maar volgens mijn eigen moeder was ‘Sprakeloos’, het boek dat Lanoye schreef voor zijn overleden moeder, wel goed. Ik zag ‘Sprakeloos’ op een goede dag in de bibliotheek liggen, en heb het meegenomen. Het heeft me alleszins niet gespeten.

‘Sprakeloos’ begint nochtans erg langdradig, met een aanloop die eindeloos lang lijkt. Het verhaal van het verhaal, zo luidt de ondertitel van het eerste deel. Daarin beschrijft Lanoye gedurende 60 pagina’s hoe moeilijk dit boek tot stand is gekomen, hoe hij het schrijven ervan steeds weer uitstelt, de confrontatie met wie zijn moeder was niet aandurft. Op het moment dat Lanoye er dan eindelijk een gedacht van maakt, volgt een tweede klap: ook zijn vader overlijdt. Reden genoeg voor Tom om nog een paar tiental bladzijden verder te lameren, maar goed.

Eens de lezer op pagina 75 is aangekomen begint het echte werk. Door middel van sappige familie-anekdotes wekt Lanoye zijn moeder terug tot leven en schetst hij een realistisch portret van de mater familias die zijn moeder was. Slagersvrouw (al dan niet met een brilletje), moeder van vijf kinderen, maar vooral een overweldigende persoonlijkheid. Zij leidt haar zaak, haar man en kinderen met ijzeren hand en schuwt geen enkel middel om haar willetje door te drijven. Josée Verbeken speelt toneel, zowel op als naast de scène. Ze is de diva van het plaatselijke amateurtoneel, maar triomfeert ook als oervlaamse middenstandster en deinst er niet voor terug om vriend en vijand naar haar hand te zetten door te manipuleren, te dreigen, te slaan en tegelijkertijd te zalven. Haar man, het prototype van de zwijgzame, hardwerkende Vlaming blijft op de achtergrond, maar komt toch sterk uit de hoek op cruciale momenten.

Twee jaar voor haar eigenlijke sterven, wordt het einde voor Josée Verbeken ingeluidt door een beroerte die haar van haar spraak berooft. Lanoye kan niet genoeg benadrukken hoe onrechtvaardig dit einde is voor een vrouw die haar hele leven uit taal en al haar registers heeft opgebouwd. Ongenadig, maar ook liefdevol beschrijft hij het verdere aftakelen van zijn moeder, de vrouw die voor hem, zijn broers en zijn vader zo lang het middelpunt van het gezin vormde.

Sprakeloos is een fijne, fragmentaire familiekroniek, alhoewel Lanoye het waarschijnlijk niet zo heeft bedoeld. Het barokke taalgebruik dat Lanoye in zijn latere werken zo begint te kenmerken, komt hier goed tot zijn recht. Door het verhaal van zijn moeder weten we nu ook waar die voorliefde voor overdrijving en theatraliteit uit voorkomt … Het is de taal van zijn moeder, ook wel moedertaal genoemd.

Read Full Post »