Feeds:
Berichten
Reacties

Archive for the ‘Sport’ Category

Limbo

Ik rek. Ik strek. Armen, benen, enkels. Rug en wervels. Ik weet dat ik er belachelijk uit zie, dus ik vermijd blikken in de spiegel of in de weerkaatsing van het raam. Kijk naar binnen, zegt de leraar. Voel je adem. En je organen. (Jaja, denk ik. Dat zal wel). Hij houdt zijn stem met opzet laag, zalvend. Op onze matjes buigen we ons elke week een uur op zijn bevel. Kont omhoog of stamelend op één been in boomhouding. Uiteindelijk haalt het allemaal geen reet uit, daarvoor doe ik het te weinig. Als ik tijdens één van de lessen te veel een houding moet verlaten omdat mijn refluxprobleem net iets te hevig opspeelt geeft hij me na afloop zijn kaartje mee. Hij doet aan holistische massages en misschien kan hij mij wel helpen, beweert hij. Iets met zenuwknooppunten in het middenrif en zonnevlechten en meer van die shit. Ik mompel bedankt en ik denk ‘yeah right’ bij mezelf. Mijn lief zegt dat ik naar de dokter moet, en ik zeg dat ik dat zal doen. (Ik doe het niet, nu niet. Nog niet. Omdat het toch weer op niets zal uitdraaien. Een rits vage, dwaze klachten die meer ongemak veroorzaken dan iets anders. Het is niets).

Andere dagen wandel ik in snel tempo op een loopband met een gemiddelde hellingsgraad van een procent of 8. De ijdele hoop om het comfortabele speklaagje dat zich rond mijn lichaam wikkelt te laten wegsmelten en terug een pezig wezen te worden. Katachtig en soepel, jong en gezond. Ach ja, een mens mag dromen, niet waar? Lopen lukt niet meer, in geen tijd beland ik in de blessuretijd omdat ik nu eenmaal geen maat weet te houden.

Rondom mij doen mensen succesvolle dingen. Er zijn prijsuitreikingen en feestjes, drinks en twunches, popupdingen en masterclasses. Storytelling en contentcreation. De boekenbeurs ook, dat zag ik aan de gestage stroom van berichten in allerlei newsfeeds waarin schrijvers allerlei aankondigden op deze of gene dag te signeren. Op het einde van de rit winnen de kookboeken de race. En Kiekeboe. Het lijkt alsof al de rest in een enorme vergeetput verdwijnt, tenzij je iets schrijft over natte dozen. En dan nog.

In dit donkere seizoen met dit prachtige najaar ben ik in limbo. Alsof ik met mijn voeten in zwarte, zuigende modder vastzit. Mijn leven is een eeuwig status quo, permanent blijf ik aan de wal. Wat verandert doet dat buiten mij, zonder mij. Ik ben passief, langoureus, immobiel. Een onverstoorbare kei in een snelle bergrivier. Honderd jaar later lig ik daar nog.

Ik verlang naar verandering. Op sollicitatiegesprekken probeer ik mezelf te verkopen, ik probeer net dat te zeggen wat de ander wil horen. Ik doe alsof ik dynamisch ben en laat achteloos termen vallen die daar iets te betekenen hebben. Een succesvol jong mens in zijn dertiger jaren, genre ondernemer vraagt me in alle ernst: kun je eens vertellen hoe andere mensen, je collega’s bijvoorbeeld, jou zien?

En ik denk bij mezelf: wat – in hemelsnaam – doe ik hier?

Read Full Post »

Met een spectaculair vuurwerk werden de spelen in Sotsji afgesloten. Ik heb er geen seconde naar gekeken, niet naar het vuurwerk, niet naar de rest. Nochtans, goede Spelen, dat is als een goed boek lezen. Spanning en intriges. Uitzinnige triomf bij de ene en hopeloos verdriet bij de andere. Echte emoties, niet van die plastieken brol die ons via realityformats in de maag gesplitst worden. (Reality TV is er voor diegenen die niets noemenswaardigs kunnen maar toch graag bekeken worden of willen compenseren voor een tekort aan aandacht tijdens de kindertijd. Op zoek naar 5 minuten van goedkope roem worden dwaze kunstjes opgevoerd en laat men zich al te graag manipuleren door een regisseur die wil scoren. Het is verachtelijk, walgelijk exhibitionisme. De mens als karikatuur van zichzelf, gereduceerd tot zijn laagste instincten en meest dierlijke impulsen. Woede, walging, angst).

Hoe verfijnd is de tragiek van de atleet die zich 4 jaar voorbereidt – in eenzaamheid en in alle stilte – op één moment, op één enkele race, en die zich gedisqualificeerd weet omdat hij van zijn baan afwijkt of 2 opeenvolgende valse starts veroorzaakt? Hoe verheven de heroïek van de gedoodverfde winnaar die in het zicht van de meet geklopt ziet door een wieltjeszuiger of een valse trage met een langere adem? Wie vervloekt de goden hartsgrondiger dan hij die valt of struikelt tijdens een sprong, een schroef, een salto die op training – echt waar, echt waar – steeds foutloos ging? Wie dankt hen meer dan wie scoort door blind toeval op het cruciale moment en zo zijn team de overwinning bezorgt?

Wie denkt aan de zwemmer die voor dag en dauw in het koude water ligt, het lijf stijf en het slijmvlies geprikkeld door het bijten van het chloor? Wie kent de vermoeidheid van de skiër en de schaatser die de stramheid van zijn knieën en zijn rug negeert en de pijn van al het andere verbijt tijdens lange trainingsuren? Wie kent de obsessieve monomanie van de loper die tussen twee intervaltrainingen aan de kant gaat staan om gal te spuwen en die de smeekbedes van zijn lichaam om te stoppen keer op keer negeert?

Maar Sotsji, dat is voor mij herleid tot de blik in die ogen van de ene Oezbeek.

Het verhaal gaat zo.

–          Kolja! Ik heb werk voor jou. Ver weg, aan de oevers van de mooie Zwarte Zee. De gekke Russen hebben je nodig om voor hen te metsen en te bouwen, te zagen en te boren, Stachanov gelijk.

En Kolja kuste zijn zwangere vrouw ten afscheid en stilde haar verdriet door te zeggen dat hij na 6 maand terug zou komen met roebels in zijn zakken en cadeautjes in zijn armen. Een gouden rammelaar zei hij, voor het kind in haar buik.

In Sotsji beult hij zich af. Werkt zich krom van voor het krieken van de dag tot na het vallen van de avond. In een winderige barak hokt hij samen met de andere arbeiders die net als hij uit in hun armzalige dorpen waren weggelokt. Een slaapzaal met metalen stapelbedden en dunne matrassen. Op een elektrisch vuurtje koken ze hun hun potje: rudimentaire kost, zoals aardappelen en ajuinen. Of ajuinen met aardappelen, voor de afwisseling. Tussen de bedden hangt de was te drogen.

Met tienduizenden zijn ze om in sneltempo vorm te geven aan de megalomanie van een president die niet de hunne is maar ook weer wel. Hele wijken van Sotsji zijn door bulldozers met de grond gelijk gemaakt. Onteigend voor een appel en een Russisch ei, wie protesteert wordt afgedreigd of erger. De bouwpromotor bij wie Kolja onder contract ligt is een vriend van een vriend van de elite. Rijk als Croesus  is hij al, maar genoeg is het nooit.

Na enkele maanden wordt het duidelijk dat de beloofde roebels een vage belofte zullen blijven. Als de voorman lang genoeg aandringt krijgen ze een aalmoes toegestopt, een fractie van het bedrag dat hen verschuldigd is. Voor die luttele centen haalt hij zijn handen open en slijt hij zijn dagen ver van huis. Hoe het met zijn vrouw is weet hij niet.

Met een camera in de buurt legt hij met de ploegbaas honderden kilometers af naar het hoofdkantoor op zoek naar uitleg, iemand die verantwoordelijk is, iemand die hen eindelijk uitbetaalt zodat hij terug naar huis kan keren. Als een man, niet als klaploper die nergens voor deugt.

Ach, u weet al hoe dit afloopt. Kolja wordt afgeblaft en weggejaagd als een schurftige hond. In de achtergrond van het beeld staat hij, de handen in de zakken en de schouders naar beneden. Stoïcijns is zijn blik, gelaten zijn houding. Alsof hij al duizenden jaren lang zo wordt behandeld en de gang van zaken ondertussen wel al kent.

50

Read Full Post »

Het gezond verstand?

Het laatste woord is gesproken en het doek is gevallen. Het internet heeft geklikt en is met de overweldigende meerderheid van 85% tot de conclusie gekomen dat de losse handjes van Peter Sagan dus echt wel om te lachen zijn. Haha. 15% zuurpruimen, tante nonnekes, en jaloerse preutse wijven die hysterisch reageren. Het gezond verstand heeft gezegevierd zegt Hij-Die-Het-Kan-Weten Karl Vannieuwkerke. De begaafde sportjournalist als moreel kompas van de samenleving, en die de gevleugelde woorden van Louis Major uit 1972 nog eens parafraseert: wijven moeten niet zoveel complimenten maken.

SPORZA!!

Het zijn alleszins echte grapjassen daar, bij de webredactie van Sporza. Zondagavond, net na de bedenkelijke actie van Sagan verschijnt de foto waarop de renner in de billen van Maya Leye knijpt met het geweldige onderschrift: “Peter Sagan is altijd wel te vinden voor een grapje”. De toon is gezet, en het duurt maar liefst tot dinsdagavond vooraleer iemand bij de VRT het verstand heeft om die ondertekst aan te passen naar het neutralere ‘Peter Sagan kneep op het podium van de Ronde in de poep van podiumdame Maja’. Maar ondertussen is de boodschap van de sportredactie duidelijk: er is beslist dat het ongewenst betasten van het achterwerk van een bloemenmeisje ‘een grappige kwajongensstreek’ is.

Op dinsdagmorgen reageert de vrouw in kwestie voor het eerst zelf: ze geeft aan absoluut niet gediend te zijn met die ongewenste aanrakingen, maar besliste op het podium zelf de ‘kwajongen’ geen mep te geven omdat ze ten eerste te verbijsterd was en zich ten tweede professioneel wilde blijven opstellen. Dat ‘verbijsterd’ herken ik wel. Veel vrouwen die onverwacht en ongewenst betast worden in het openbaar ervaren het net zo. Er is eerst het ongeloof: voel ik dit juist? Gebeurt dit werkelijk hier en nu? Tegen dat je klaar bent om te reageren is het dikwijls al te laat. En dan is er nog de afweging van hoe te riposteren: een mep geven? Is het wel verstandig om een man die al zo grof is je te betasten waar iedereen bij staat, een mep te geven? Ik bedoel: de kans dat die kerel het zal opnemen als een gentleman is betrekkelijk klein. (En voor wie het zich afvraagt: ja, ik ben jammer genoeg ervaringsdeskundige en veel vrouwen met mij).

Maar goed: Maya Leye – die trouwens een administratieve functie heeft bij de Ronde Van Vlaanderen en niet zomaar een ‘dom blondje’ is – zegt dus verschillende keren luid en duidelijk dat wat Sagan deed niet kan. En wat doet Sporza? Die lanceert een poll waarbij surfers door middel van een simpele klik kunnen aangeven of het ‘een grappige kwajongensstreek’ is dan wel ‘seksistisch’. De uitslag ervan hoeft niet te verwonderen: als een omroep als de VRT het voorval eerst 2 dagen als een grap afdoet, worden de antwoorden ook die richting uit gestuurd.

Je zou bijna denken dat de redactie van Clint aan het roer staat daar bij Sporza.

 

Gezond verstand. 

Als het gezond verstand zou gezegevierd hebben, dan had de VRT bij monde van Sporza zich bewust gekweten van haar rol en zich gehaast om wat Sagan deed bij naam en toenaam te noemen: seksistisch, respectloos, absoluut niet meer van deze tijd en zonder meer afkeurenswaardig. Dat een openbare omroep strafbare feiten ridiculiseert is tegelijkertijd onvoorstelbaar en een schrijnend voorbeeld van hoe vrouwen zich anno 2013 nog altijd behandeld weten. Niet enkel wordt hun fysieke integriteit in de openbare ruimte niet gerespecteerd, als je het lef hebt om tegen dit soort behandeling te protesteren wordt er in jouw plaats beslist dat het een ‘grappige kwajongensstreek’ is.

Read Full Post »

Een dag nadien staat het er nog steeds zo, op de pagina van Sporza. ‘Peter Sagan is altijd wel te vinden voor een grapje’  is de ondertitel bij de foto waarop te zien is hoe hij grijnzend in de billen knijpt van het bloemenmeisje dat ondertussen kussen moet geven aan de winnaar van de Ronde Van Vlaanderen. Een grapje is het, en de expliciete boodschap is dat vrouwen het maar beter om te lachen kunnen vinden als je door een wildvreemde in de kont wordt geknepen. Wie er anders over denkt heeft overduidelijk ‘geen gevoel voor humor’. In 1 beweging wordt zo het misdrijf geminimaliseerd en wordt het protest ertegen als ‘zuur’ afgedaan. Niets aan het handje, en het zijn nu eenmaal jonge honden.

Vorig jaar zond de VRT de documentaire ‘Femme de la Rue’ uit. Terecht werd daarin het gedrag van Brusselse mannen aan de kaak gesteld die vrouwen belagen, schunnige voorstellen doen en gedurig opmerkingen maken over het uiterlijk van de passerende dames. De verontwaardiging was groot en de politiek reageerde met voorstellen als boetes en ‘lokagentes’ om paal en perk te stellen aan dit soort ongein. Het was dan ook bijzonder makkelijk om verontwaardigd te zijn: de daders waren van de eerste tot de laatste ‘allochtonen’ en men boog zich over de vraag of het iets ‘in hun cultuur’ was dat hen tot dit soort optreden noopte. Seksisme, dat was iets van kansarme mannen die niet van hier waren.

Niet dus, zoals we gisteren konden zien. Sagan wordt op zijn eigen facebookpagina aangemoedigd en door de VRT een ‘snoeper’ genoemd. De renner zelf reageerde op Twitter met de uitspraak dat het ‘maar een grapje’ was, zonder de bedoeling iemand te kwetsen. Geen spoor van schuldbesef of een welgemeend excuus aan het adres van het meisje in kwestie. De boodschap blijft: vrouwen moeten door wildvreemde mannen betast kunnen worden en dienen dat te laten passeren onder het mom van ‘een grapje’.

Wel, ik ben dat beu. Wie denkt dat ik er de lol niet van inzie, die heeft gelijk. Een vrouw voor het oog van de verzamelde pers en publiek op zo’n hufterige manier te kijk zetten, ik vind dat niet grappig. Ik vind dat degoutant en vernederend. Het is grensoverschrijdend gedrag dat niet meer van deze tijd is, en waarvoor Sagan zich diep zou moeten schamen. Sagan is geen onschuldige snoeper, maar een goor klootzakje en mag wel eens leren zijn handen thuis te houden. Iemand moet hem bovendien dringend duidelijk maken dat wat hij doet zonder meer strafbaar is (aanranding van de eerbaarheid).

Nog grover zijn de excuses die gebruikt worden om Sagans actie te verontschuldigen. ‘Dat meisje heeft niets gedaan, ze zal het wel niet zo erg gevonden hebben’. Oh, hangt tegenwoordig een overtreding af van de reactie van het slachtoffer? Dus als jouw portefeuille gestolen wordt en je bent te verbouwereerd om te reageren, dan doet die overvaller in feite niets verkeerd of hoe gaat dat dan precies?

Of nog: die meisjes vragen daar in feite zelf om. Euh, nee. De hostesssen, de missen, de promoboys en de babes die op zo’n evenementen aanwezig zijn als een soort levende decoratie, die doen daar hun werk. Worden ze geselecteerd op hun uiterlijk? Zeer zeker. Dat wil nog niet zeggen dat ze zich moeten laten betasten door zatte VIPS en of kereltjes die een koers gereden hebben.

Eigenlijk is het simpel en klaar als pompwater: je betast andere mensen niet op seksuele wijze, tenzij die ander zich daarmee op voorhand akkoord heeft verklaard. Het zal het leven van een groot deel van de wereldbevolking net iets aangenamer maken. Hou gewoon je handen thuis, zo moeilijk is dat niet. (En wie daar wel moeilijkheden mee heeft: er bestaat waarschijnlijk aangepaste therapie).

 

 

Read Full Post »

Ik zou het vandaag eens over borsten willen hebben. En meer precies over borsten en BH’s. En om nog preciezer te zijn: over sportBH’s. Om de één of andere reden, dames, weigert u zo’n ding aan te trekken.

Hoe ik dat weet? Doordat ik sinds kort om de drie dagen of zo ga lopen en ik u dus op een willekeurig tijdstip wel eens tegenkom in de omtrek van de Gentse watersportbaan en het proefondervindelijk vaststel. Een mannelijke kennis die de stadsloop van een week of twee geleden overschouwde van aan de zijlijn merkte achteraf op dat hij slechts een handvol vrouwen had gezien die hun bos(je) hout voor de deur op doeltreffende wijze hadden ingesnoerd. Een vriendin die me onverwacht aan de eindmeet kwam aanmoedigen zei min of meer hetzelfde.

En eerlijk waar: het is niet dat ik geobsedeerd ben door andervrouws borsten, maar een paar keer per week kruis ik wel een aantal loopsters van wie het balkon heen en weer zwiept als was het een flatgebouw in de Italiaanse regio Emilia-Romagna tijdens een aardbeving met een kracht van 6.0 op de schaal van Richter. Je KUNT daar dus gewoon niet naast kijken! Naast het feit dat ik het geen zicht vind, lijkt het me bovendien een pijnlijke zaak. En ik zal nog eens iets verklappen: het komt u ook op commentaar te staan van het mansvolk, dat niet altijd even flatterend en vriendelijk is. Met andere woorden: er wordt al eens mee gelachen.  Waarom denkt u dat er op Kanaal2 ooit trampolinemeisjes op de mensheid werden losgelaten?

Waarom? In hemelsnaam zeg mij: waarom? Hebben jullie stiekem de ambitie om zelf als zo’n trampolinemeisje aan de bak te komen? Heb ik een genetische afwijking waardoor ik tijdens het sporten functionaliteit en praktische overwegingen verkies boven frutsels, lintjes, bandjes en kant? Bestaat er een geheim verbond waar ik niets van af weet?

Wist u, dames, dat niet of verkeerd inpakte borsten tijdens het lopen of andere activiteiten met hoge impact zoals tennis tussen de 8 en de 19 cm over en weer geslingerd worden? Kunt u zich een beetje voorstellen welk effect dat heeft op uw huid in uw borststreek? Vergis u niet: borsten bestaan voor het grootste deel uit vet- en klierweefsel en veel minder uit spieren, zodat het de strakheid van uw vel is dat ervoor zal zorgen dat uw tepels binnen afzienbare tijd ter hoogte van uw navel hangen (of niet).

Ik ben zelf in het bezit van een redelijk handjevol (voor mensen met redelijk grote handen), dus voor mij was het geen optie om te beginnen sporten zonder een degelijke sportBH. Ik heb ongeveer 30€ geïnvesteerd in een model van het merk Fila uit de Inno, dus kom mij niet vertellen dat dat stukken van mensen kost. Uw gedateerde Marlies Dekkers (ja, dat was hip in 2006 en ondertussen kun je Dekkers rip offs kopen in De Zeeman) kost verdorie meer! Met die Fila, waarover ik een sport-topje draag met een ingewerkte ondersteuning kan ik huppelen, lopen, dansen en springen zonder dat mijn C-cup meedeint als een olietanker die rond Kaap de Goede Hoop in een orkaan verzeild is geraakt.

Ik weet wel, mijn Fila-model is niet van die aard dat het in de slaapkamer tot veel vuurwerk zal leiden. Daar is het ook niet voor gemaakt. Een goede sportBH zorgt voor de nodige ondersteuning (ongeacht je cupmaat, en ook vrouwen met een kleine cup hebben er baat bij) en is bij voorkeur gemaakt uit materiaal dat je huid laat ademen en het zweet door laat. Doe uzelf en uw twee lievelingetjes dus een lol en stap naar dichtst bijzijnde Innovation alwaar u zich een sportmodel aanschaft.

Voor al uw andere activiteiten hult ge u maar in niets aan de verbeelding over latende niemendalletjes …

 

 

Read Full Post »

The Loneliness of the Long Distance Runner is zo’n titel waar romantische zielen zoals ikzelf zich van alles bij voorstellen. (In dezelfde categorie ook ‘Al te luide eenzaamheid’ van Hrabal, maar dat is dan weer een volledig ander verhaal).

Het boek heb ik eigenlijk nog niet gelezen, maar ik herinner mij flarden van de film, en mijn vader die ik om uitleg vroeg. Het is een rare speling van het lot dat ik mij uit mijn vroege jeugdjaren op zijn minst 2 loopfilms herinner: voornoemde Loneliness of the Long Distance Runner en Chariots of Fire. Van allebei staan me aangrijpende scènes bij in zwart/wit. Voor jullie is dat misschien een banaal gegeven, voor mij is het dat net iets minder. Ik geloof dat ik al in het vijfde of zesde leerjaar zat toen er bij ons voor de eerste maal een televisietoestel binnenkwam. Waarschijnlijk gekregen, en het kwam er op aan om het geruis en de sneeuw van de échte beelden te onderscheiden. De enige zenders BRT1 en BRT2.

Ik heb op dat toestel afleveringen gezien van Oshin en ik heb mijn moeder de oren van de kop gezaagd om op een zondagnamiddag te mogen kijken naar een verfilming van het jeugdboek De Spoorwegkinderen dat ik toen erg graag had gelezen.

The Loneliness of the Long Distance Runner is een typisch Angry Young Men verhaal.  Een jonge kerel, lower class die op het slechte pad raakt. In de jeugdgevangenis begint hij te lopen om zijn eenzaamheid en zijn frustraties kwijt te raken. Zijn talent zou hem een enkeltje richting vrijheid kunnen opleveren, maar hij kiest ervoor een dikke middenvinger op te steken richting establishment.

Van Chariots of Fire herinner me de heroïek en mijn vader die daar sentimenteel op reageerde. Dat van dat overdreven emotioneel reageren is niet helemaal atypisch, het zit een beetje in onze familie vrees ik.

Het blijft intrigerend, die fascinatie voor mensen die op hun eentje een uur of langer lopen. Die afstanden afleggen, lopend, waar anderen voor op de fiets of in de auto springen. Ik hou ervan, van die zelfgekozen eenzaamheid. Ik heb het eigenlijk altijd graag gedaan, dat lopen op je eentje. Als prille tiener heb ik een paar jaar aan atletiek gedaan, duurlopen stonden regelmatig op programma. Op zondagmorgen een uur lopen in een vochtig bos. Je moet het gedaan hebben om er charme van te kunnen proeven.

Deze week heb ik het, in voorbereiding van deelname aan de stadsloop van volgende week zondag, nog eens geprobeerd. Ik wilde er zeker van zijn dat ik 10 kilometer zou kunnen lopen. Ik heb er uiteindelijk één uur en 17 minuten over gedaan. Ik weet wel dat dat betekent dat ik op dit moment nog een gemiddelde snelheid haal van iets meer dan 8 kilometer per uur, wijsneuzen, maar snelheid is op dit moment het minste van mijn zorgen.

Eigenlijk komt het er voor elke duurloop op neer dat je doorheen de eerste 15 minuten moet worstelen. Er komt in dat eerste deel altijd een moment waarop je denkt dat je het niet zult halen, dat je je voeten met moeite van de grond geheven krijgt. Dat gaat over. En dan wordt het heerlijk. Het lijkt alsof je lichaam zich in een natuurlijk, oeroud ritme bevindt waar het thuis hoort. Je ademt in, je ademt uit. Je zweeft tussen twee passen in en je zou zweren dat je een hinde was.

Read Full Post »

Ik heb een aan/uit knop. Het ene moment loop ik warm voor iets, om er het volgende zonder verpinken de brui aan te geven. Het is nu al van oktober geleden dat ik nog eens naar de yoga ging, terwijl ik er vorig jaar toch in slaagde om twee tot drie keer in de week te gaan. En nu zou er een hele uitleg kunnen volgen over hoe ik op reis vertrok en terugkwam en tijd die er niet was, maar dat zijn uiteindelijk allemaal maar excuses. De keiharde bottom line is dat ik sinds oktober niet meer ben gegaan.

En dus zat ik hier vadsig te wezen in de zetel, of propte ik op café alle nootjes en chipsvarianten die op tafel gezet werden in mijn mond, ondertussen gulzig slurpend van een glas bier of wijn. En tussen al dat schransen door dacht ik wel eens ‘ik zou terug wat moeten bewegen voor ik helemaal transformeer in een hele hoop blubber’. Of ik vatte het plan op om op een mooie dag, als ik eens zou beschikken over een goede fiets eens helemaal naar het werk te rijden 30 kilometer verder.

Enfin, op een gegeven moment legde ik nog eens bijzonder veel initiatief aan de dag. Het resultaat? Een gratis paar goede loopschoenen, een gratis conditietest met prikjes in mijn oor en op maat gemaakte trainingsschema’s. Voorwaarde is wel dat ik mee doe aan de stadsloop in Gent op 20 mei. Nooit van mezelf gedacht dat ik mij ooit zou bewegen tussen een horde loopgekken die nodig moeten tonen hoe gezond ze op hun oude dag wel zijn, maar het zit er dus wel aan te komen. Maar ik heb dat nodig, zo’n concreet doel. Anders haalt mijn luie natuur het steeds van mijn intenties. Als de weg naar de hel geplaveid is met goede voornemens, kan ik met die van mij een viervaksbaan aanleggen. Als het de blessuregoden belieft, zal ik op 20 mei dus 10 km door Gent tjaffelen in het gezelschap van zo’n 6.000 andere monomanen.

Deze week ben ik al twee keer gaan lopen, geheel volgens het mij opgelegde schema. Ik mag niet snel lopen, en op dit moment eigenlijk ook niet zo lang. Waar ik vooral op moet letten is dat mijn hartslag onder de151 blijft, zodat ik mijn vet aanspreek tijdens de inspanning (en niet mijn suikers). Wat me het leven makkelijk maakt is dat ik langs de Leie woon, niet zo ver van de Blaarmeersen. Ik moet dus mijn voordeur maar opentrekken en beginnen lopen langs een bijzonder pittoresk baantje.

Ik kan daar zo van genieten eigenlijk. Voelen dat je in het goede ritme zit. Het geluid van je voeten op de grond, het zweet in de palmen van je handen. Hoe je haar op en neer deint, de blikken van verstandhouding die je uitwisselt met collega-sporters. Vandaag zag ik een reiger zitten op de oever. Kalm en roerloos liet ze (hij?) de ochtenddrukte aan zich voorbij gaan. Drie dikke duiven in het gras waggelen weg als ze mij in de gaten krijgen. Een brutale kauw wijkt geen millimeter. De zon warmt mijn hoofd, en op de terugweg zie ik Gent vredig liggen in de mist.

 

Read Full Post »

Yoga.

Vandaag ben ik te laat opgestaan, zodat ik dit weekend niet meer naar de yoga zal kunnen gaan. Dat is een beetje jammer, maar ook niet meer dan dat. Mensen bekijken me een beetje vreemd, elke keer ze merken dat ik het serieus meen, met die yoga. ‘Waarom???’ is de meest gestelde vraag, terwijl men mij meewarig en een beetje hoofdschuddend aankijkt. Omdat ik iets fysiek wil doen, leg ik dan rustig uit. Omdat het mij deugd doet een puur lichamelijke activiteit te hebben, nadat ik een hele dag stil achter mijn computer heb gezeten. Omdat ik af en toe ook eens uit mijn hoofd moet komen, en yoga is daar ideaal voor, toch in mijn geval. Het rustgevende effect van onder begeleiding een reeks bewegingen te herhalen en daar je ademhaling op af te stemmen. De concentratie op het eigen lichaam, de cadans van in- en uitademen.

‘Zou je dan niet beter een echte sport doen?’. Daarmee wordt dan bedoeld dat ik het leger in spandex gehulde joggers, fietsers of spinners zou moeten vervoegen, om mij in het schuim en het zweet te werken. Vorige maandag kwam ik in een ‘all levels’ les terecht, bedoeld voor enigszins gevorderden terwijl ik normaal gezien altijd naar de beginnersles ga. Drie dagen later voelde ik het nog. Dat komt natuurlijk omdat mijn conditie minimaal is, maar ook omdat yoga wél een ‘echte’ sport is. Traag versterk je alle spieren, ook die waarvan je niet wist dat ze bestonden.

Ik heb het geprobeerd, het joggen en de fitness. Maar ik greep altijd het eerste het beste excuus aan om niet te moeten gaan. Met yoga heb ik eindelijk een sport gevonden waar ik naar uitkijk. En heel af en toe ga ik ook eens inline skaten aan de Blaarmeersen. Meer zit er voor mensen als ik niet in. Ik heb daar vrede mee. Nu u nog.

Read Full Post »