De jaarlijkse reis richting bergen, sneeuw & skigebieden. Het zegt me niet veel. Mijn lief, of hoe ik hem ook moet noemen, wel. Ik vind het een stompzinnige bezigheid. Het vroege opstaan, het slechte eten, de rush naar de skilift waar ik een massa mensen observeer die door middel van vormeloze kledij en allerlei accessoires de elementen willen trotseren. Moeders wringen de voetjes van hun kinderen in slechtzittende plastic bottines, het stressniveau stijgt. Een simpel paar wanten dat werd vergeten geeft aanleiding tot gezinsdrama’s. Er wordt gesnauwd en gesukkeld met ski’s en sticks. Krassen op andermans wagen worden ternauwernood vermeden. Aanschuiven. Schuifelen. Geduw en gedrum, haastig in het bakje, naar boven, naar boven.
Voor mij dit jaar geen gesukkel met het snowboard. Ik kijk naar de desintegratie van mijn leven, mijn werkeloze staat, de relatie die er geen is. Het lijkt alsof alles afbrokkelt, vergaat, in stukken breekt – niet in het minst ikzelf. Het proces beangstigt me, maakt me moedeloos. Geen zin om opnieuw te beginnen. Ik zou niet meer weten hoe of waar ik binnen in mij nog eens alles moet samenschrapen. Alles schijnt buiten mij om te gebeuren, ik heb geen vat op de dingen. De wereld is me vreemd, alsof ik kijk van achter glas. Niet echt. Stuurloos ben ik, midden op zee.
Aan tafel, samen met het andere koppel praat ik en ik verwonder me over het feit dat ik deze sociale codes nog ken. Onverwachte uitingen van genegenheid waar ik niet mee weet om te gaan. Misschien komen ze voort uit schuldgevoel of lust en geilheid. Misschien is de combinatie van die drie wel liefde, zoals hij het definieert. Ik wil aangeraakt worden, en toch weer niet.
Ik leg mezelf taken op. Laarzen ophalen en de sokken niet vergeten. Tanken. Enkel voor mij hebben deze boodschappen betekenis, ze doen er niet werkelijk toe. Het houdt me bezig. Terug op de plaats van afspraak om 16h. Vragen aan de kinderen hoe het was en afwezig luisteren naar hun enthousiaste antwoorden. Werktuigelijk antwoorden, mijn mond vertrekken tot er iets wordt gevormd dat een glimlach is.
Après-ski. De DJ draait dezelfde muziekjes als twee jaar geleden, maakt dezelfde stomme grapjes. Ik voel me alleen, het lijkt alsof ik iets wezenlijk mis. Als ik volwassen mensen uit de bol zie gaan op een vulgair stampnummer dat de dikke tetten van een niet nader genoemd meisje roemt barst ik bijna in huilen uit.
Waar kom ik toch vandaan?
Read Full Post »