Tweede deel van het alternatieve ‘Gevonden’ deeltje uit het verhaal van Petra & Dirk. Opmerkingen altijd welkom …
Petra en Dirk stonden nog in de half duistere, muf ruikende gang toen hij haar dreigend toebeet: ‘Doe dat nooit meer. Nooit meer, heb je mij goed verstaan?’. Hij bracht zijn hoofd tot vlakbij het hare en haalde toen uit met zijn vuist naar de muur. Godverdomme, godverdomme, godverdomme, bleef hij ondertussen schreeuwen. Petra zat ineengedoken tegen de trapleuning, haar hoofd tussen de handen en weende.Een verdieping hoger ging een deur open en iemand riep: ‘Is dat daar nu bijna gedaan? Of moet ik de flikken bellen?’. Dirk kalmeerde op slag, greep Petra bij de arm en dwong haar op te staan, duwde haar naar buiten.
Zwijgend nu stappen ze naar de auto. Dirk opent voor haar de deur aan de passagierszijde en laat haar instappen. Wanneer hij ook zelf in de auto is gestapt, neemt hij zijn gsm en belt hij naar de moeder van Petra. ‘Marie-Jeanne? ’t Is Dirk hier hé. Ik heb haar gevonden. Jaja, alles in orde, je moet niet ongerust zijn. We komen direct af’.
Petra wist niet goed wat er gebeurde, maar besefte tegelijkertijd dat het niet veel zin had om op dit moment om uitleg te vragen. Ze staarde gelaten wat voor zich uit, als een tiener die op het matje is geroepen en wachtte tot Dirk begon te praten. In elk geval had ze hem nog nooit zo kwaad en opgedraaid gezien als vandaag. Ok, ze was zonder het op voorhand te zeggen uit geweest, en ze had het zelf ook erg vervelend gevonden dat de batterij van haar telefoon het onderweg naar de fuif had begeven, maar zo erg was dat toch allemaal niet?
Het is pas als ze de stad al uit zijn, dat Dirk iets zegt. Ondertussen is de spanning tussen de twee bijna aan te raken, en Petra voelt zich plots leeg, moe en schuldig. Ze kan het niet helpen dat haar onderlip begint te trillen en de tranen ineens over haar kaken naar beneden lopen. Ze probeert het snikken te onderdrukken in de hoop dat Dirk er niets van zal merken. Dat doet hij natuurlijk wel, en hij kan een kleine glimlach niet onderdrukken. Haar stugge houding van daarnet was hem eigenlijk helemaal niet bevallen, het leek wel alsof ze niet eens besefte wat ze had aangericht. Dat ze nu toch emotioneel werd, zag hij als een kans om zijn morele overwicht te bevestigen. Hij zou streng zijn, maar ook een beetje rechtvaardig. En zij zou braaf zijn, en hem gelijk geven.
– Kijk, begon hij, ik was ongerust hé. En je moeder ook, iedereen! Niemand wist waar jij was, en je nam je GSM niet op. En toen ik deze morgen aan je kot stond, was je daar ook niet. Ik heb zelfs de flikken gebeld om te horen of jij geen ongeluk had gehad of zoiets. Dat zijn toch geen dingen!
Zijn toon was er één van oprechte verontwaardiging en dat was genoeg om Petra helemaal te laten instorten. Onbeheerst begint ze te snikken, ondertussen ‘sorry, sorry’ hikkend. Haar snot veegt ze weg met de rug van haar hand. Dirk bekijkt het tafereeltje een paar minuten, zucht dan diep en zegt: ‘Allez, het is al goed. We gaan naar je ouders om ze gerust te stellen, dan is dat ook in orde. Zorg gewoon dat dat niet meer gebeurt.’
Ook bij haar ouders krijgt Petra een ferme bolwassing. Onverantwoordelijk gedrag, en dat ze niet gedacht hadden dat ze hun dochter op kot lieten gaan om dan ’s nachts laveloos over de straten te zwerven om dan bij de eerste, de beste te gaan slapen. Wist ze wel hoe ongerust ze waren geweest? En dat ze van geluk mocht spreken dat Dirk haar was gaan zoeken, die jongen riskeerde daar wel zijn job voor hé! Wie weet wat er nog allemaal was gebeurd, als hij haar niet was komen halen. Nee, zo kon het duidelijk niet meer verder. Van op kot blijven, daar kon geen sprake meer van zijn. Petra had nu wel bewezen dat ze niet in staat was om op een deftige manier voor zichzelf te zorgen, en tja, dan moest er iemand zijn verantwoordelijkheid nemen hé.
Nog diezelfde avond haalde Dirk de meeste van haar spullen op, zodat Petra zich terug kon installeren in het ouderlijke huis.