Lorin Parys.
Af en toe word ik door tinternet attent gemaakt op de schrijfsels van ene Mijnheer Parys. Het gevolg is meestal wat milde ergernis. Parys heeft een rubriekje in de Standaard dat de ‘De Paradox van Parys’ heet. Over het algemeen zijn zijn redeneringen zo consistent als een brik karnemelk en zijn argumenten makkelijker te doorprikken dan een tros ballonnen die per ongeluk in een cactuswoud terecht zijn gekomen.
Ik begin bijna te vermoeden dat Van Parys ergens een sekstape liggen heeft waar hij de hoofdredactie van de krant in kwestie mee kan chanteren, want ik kan geen andere reden bedenken waarom een gazet die zich laat voorstaan op het predikaat ‘kwaliteit’ week na week onzin van dat kaliber blijft publiceren.
Volgens zichzelf is Parys een ‘doener’ (ja, van veel nadenken kun je hem niet beschuldigen). Hij is ook COO (dat is Chief Operations Officer, meisjes en jongens) van Uplace. Ja, dé Uplace. Naar eigen zeggen heeft hij op die manier meer dan 3.000 jobs gecreëerd door het bedenken van een lifestyleconcept in vastgoed. We gaan even voorbij aan het feit dat het nog hoogst onzeker is dat dat spel ook effectief gebouwd zal worden, mijnheer Parys schrijft zonder omkijken toch lekker zomaar eventjes 3.000 gecreëerde jobs op zijn conto. Als ik Parys een boek zou aanraden, het zou Kaas zijn van Elsschot.
Gisteren verscheen zijn stukje onder de titel ‘Het Zwakke Geslacht‘. In die column komt Parys via een kronkelig pad van halve waarheden en verkeerd geïnterpreteerde feiten tot de conclusie dat mannen tegenwoordig ‘het zwakke geslacht’ zouden zijn en de onschuldige slachtoffers van een complot genaamd ‘omgekeerd seksisme’.
Zwak versus sterk.
Om te beginnen de titel. Het Zwakke Geslacht. In 2012 moeten we het blijkbaar nog altijd stellen met die gedateerde dichotomie van het ‘sterke’ versus het ‘zwakke’ geslacht. Dat is niet de schuld van Parys natuurlijk, en we kunnen niet van bedenkers van ‘lifestyleconcepten in vastgoed’ verwachten dat ze er op hun eentje in slagen om oude paradigma’s achter zich te laten. Fair enough. Maar kunnen we misschien de wedloop tussen de seksen stoppen en onze complementariteit en sterke punten gebruiken? En zouden beide geslachten er geen baat bij hebben om – ik zeg maar iets – een beter evenwicht te creëren tussen werk en vrije tijd? (Enzovoort, enzoverder, ik kan hier moeilijk een exhaustieve lijst publiceren van alle vlakken van het maatschappelijke leven waar er nog ruimte is voor verbetering).
Mannen op de arbeidsmarkt.
Parys begint zijn column met de vaststelling dat de economische crisis ‘een pak harder’ toeslaat bij mannen dan bij vrouwen. De werkloosheid bij mannen stijgt, die bij de vrouwen daalt. De reden die hij daarvoor aanhaalt is dat vrouwen vaker tewerkgesteld zijn in sectoren die niet zo onderhevig zijn aan economische schommelingen zoals de zorg en het onderwijs. Dat klopt. Zorg en onderwijs zijn ook die sectoren waar er vaker part-time gewerkt wordt en waar er minder te verdienen valt. Waarschijnlijk is dat laatste één van de redenen waarom deze sectoren door mannen minder aantrekkelijk bevonden worden.
Een andere reden voor de kwetsbaarheid van mannen op de arbeidsmarkt – zo haalt Parys aan – is het feit dat jongens (mannen) vaker dan meisjes de schoolbanken verlaten zonder diploma. Die vaststelling is correct. Maar mijnheer de COO slaat de bal behoorlijk mis op het moment dat hij zegt ‘meisjes blijken nu ook gewoon slimmer‘. Meisjes en vrouwen zijn inderdaad op het vlak van onderwijs aan een serieuze inhaalbeweging bezig, ook in studiegebieden die vroeger meer ‘mannelijk’ terrein waren zoals de exacte en de toegepaste wetenschappen. Dat heeft op zich niets te maken met pure intelligentie, wel met een aantal andere factoren die meer van psychische en emotionele aard zijn. Zo hebben meisjes over het algemeen een betere studie attitude dan hun mannelijke collega’s, om maar iets te zeggen. Over het verschil in studieresultaten tussen jongens en meisjes is trouwens genoeg vakliteratuur te vinden. En deze inhaalbeweging op de schoolbanken vertaalt zich nog altijd niet op de arbeidsmarkt.
Omgekeerd seksisme.
‘Hebben wij mannen een probleem? Lijden wij in stilte als slachtoffers van omgekeerd seksisme?’ vraagt Parys zich ongegeneerd af. Hij citeert David Benatar die aanhaalt dat mannen dan wel oververtegenwoordigd zijn aan de ‘top’ van de maatschappij (wat daar dan ook mee bedoeld wordt), maar dat ze tegelijk van dezelfde oververtegenwoordiging genieten in de ‘kelder’ van de maatschappij die dan moet bestaan uit ‘daklozen, gevangenen en schoolverlaters zonder diploma’. En dat moet het bewijs zijn van het bestaan van omgekeerd seksisme? Ik dacht het niet.
Ten eerste: mannen scoren over het algemeen beter aan de extremen van het spectrum, vrouwen zijn dan weer beter vertegenwoordigd in het midden. Ik heb het nu over een aantal ‘meetbare’ zaken zoals bijvoorbeeld intelligentie, leeftijd of bepaalde ziektebeelden. Er zijn bijvoorbeeld meer mannelijke genieën (IQ hoger dan 150) dan dat er vrouwelijke genieën zijn, maar er zijn ook meer mannelijke ‘debielen’ (IQ tussen 50 en 70).
Vrouwen leven gemiddeld langer omdat mannen en jongens onder invloed van testosteron meer risico nemen, meer ongelukken hebben en dus vroeger sterven. Mannen plegen ook meer zelfmoord en leven over het algemeen ongezonder, gaan zich meer te buiten aan overmatig alcohol- en druggebruik. Het feit dat vrouwen langer leven kun je dus bezwaarlijk afschuiven op ‘omgekeerd seksisme’.
Ga direct naar de gevangenis.
Ten tweede: mannen plegen ongeveer 90% van de geweld- en zedendelicten. Dat de ratio man/vrouw in de gevangenissen ongeveer 10/1 is, ligt dus niet aan ‘omgekeerd seksisme’. Het ligt wel aan het feit dat mannen gewoon meer strafbare feiten plegen en dus logischerwijze sneller een kaartje krijgen richting gevangenis. Als mannen nu eens zouden stoppen met gewapende overvallen plegen of tijdens vechtpartijen andere mensen de kop in te slaan, er zou minder reden zijn om mannen op te sluiten. Het is natuurlijk maar een idee hoor, Lorin.
Keuzevrijheid.
In de laatste twee paragrafen gaat Parys helemaal loos. Sta mij toe te citeren.
“Op sommige vlakken hebben vrouwen vandaag meer keuzevrijheid dan mannen. Als vrouw kun je er vandaag voor opteren voluit voor een carrière te gaan, thuis te blijven om voor de kinderen te zorgen of beide te combineren. Alleen is diezelfde beweging voor mannen niet gevolgd. Want laat ons eerlijk zijn, een man aan de haard, die lachen we vierkant uit. Een man wordt geacht voor het brood op de plank te zorgen; een vrouw mag kiezen”.
We kunnen dus besluiten dat Lorin Parys COO van Uplace is geworden (een functie die hij combineert met het voorzitterschap van de RVB van de organisatie Flanders DC) omdat hij bang was uitgelachen te worden mocht hij ervoor gekozen hebben om zijn carrière op een lager pitje te laten draaien om tijd te maken voor zijn kinderen?
En het pleidooi van Monica De Coninck enkele weken geleden waarbij mannen en vrouwen opgeroepen worden om een evenwichtiger verdeling inzake werk/gezin na te streven heeft Parys in al de drukte van het lobbyen op het kabinet van minister Schauvlieghe waarschijnlijk niet gehoord. Ik weet natuurlijk niet in welke kringen Parys zich meestal beweegt, maar de meeste mannen die ik ken zijn niet te beroerd om de zorg voor hun kinderen op zich te nemen, ouderschapsverlof aan te vragen en op allerlei andere manieren te investeren in de opvoeding en de toekomst van hun kinderen. Kan het allemaal nog beter? Uiteraard! Maar stellen dat ‘een man geacht wordt brood op de plank te brengen‘ en laten uitschijnen dat dat het enige is dat een man geacht wordt te doen is intellectueel oneerlijk. Het enige dat Parys doet is zichzelf (en bij uitbreiding ‘de mannen’) wentelen in de rol van slachtoffer van het ‘omgekeerde seksisme’.
Cliché.
De voorzitter van de raad van bestuur van Flanders DC eindigt zijn lamlendig betoog met een cliché van formaat: “En voor wie nog niet overtuigd zou zijn dat mannen het moeilijk hebben: van ons wordt verder niet verwacht dat we onze emoties tonen, de weg vragen of echt zeggen hoe die rok eruit ziet. Je zou van minder beginnen te twijfelen”.
Maar gij dutske toch! Ik laat per direct een pallet papieren zakdoekjes leveren op het hoofdkwartier van Flanders, District of Creativity.
Een mens zou eigenlijk verwachten dat een organisatie die werkt aan een cultuur van ‘creativiteit, innovatie en ondernemerschap’ geleid zou worden door iemand die zelf blijk geeft van creativiteit, originaliteit en vernieuwing. Mis poes! De RVB wordt daar voorgezeten door een ouderwetse macho die uitblinkt in bekrompenheid.
Ik heb het al lang geleden opgegeven me druk te maken in de parade halfgeletterde idioten die de column-sectie van DS uitmaken. Ze zijn zelfs tegenwoordig te beschaamd om zichzelf nog een kwaliteitskrant te noemen: daar zou geen geld voor zijn. Alsof het duur is om bv. tegen idioten van dit genre te zeggen: zet die zever maar op je persoonlijk blog in een stoffig uithoekje van het internet, wij publiceren, wij mikken ons op een publiek dat leest zonder hun wijsvinger te gebruiken. Goed dat jij nog de energie kan opbrengen om tegen die stroom in te blijven roeien.
Je moet natuurlijk maar iemand “halfgeletterd” noemen om plots zelf in onverstaanbare wartaal te vervallen. Er is hier helaas geen edit- of deleteknop.
[…] Reacties « Het zwakke geslacht. […]
Goed geschreven. Ik betrap mijzelf er op dat er wederom een typische mannelijk strijdgevoel, ‘battle of the sexes’ opkomt. Ik beheers me, ik wil geen kaartje voor de gevangenis.
“Als mannen nu eens zouden stoppen met gewapende overvallen plegen of tijdens vechtpartijen andere mensen de kop in te slaan, er zou minder reden zijn om mannen op te sluiten. Het is natuurlijk maar een idee hoor”
Ik volg je idee per direct op.
Ik moet snel verder, als vader van drie kinderen wil ik naast brood op de plank ook een warme maaltijd geven, en die zal toch echt gekookt moeten worden…
Graag gelezen, wederom!
Bedankt voor het compliment hoor 🙂